Een proeftijd is een periode waarin u en uw werkgever met elkaar kunnen kennismaken. Tijdens deze kennismakingsperiode mogen jullie beide de arbeidsovereenkomst direct opzeggen.
Wat houdt een proeftijd in?
Een proeftijd houdt in dat u en uw werkgever de proef op de som nemen. Zo kijkt u als werknemer of u in de team past en u werkgever kijkt of u geschikt bent. Tijdens de proeftijd kunnen beide partijen de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen. Neemt de werkgever het initiatief tot ontslag? Dan is hij verplicht om de reden hiervan schriftelijk te laten weten als u daarom vraagt.
Wanneer mag een proeftijd worden afgesproken in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd?
Een proeftijd mag alleen worden afgesproken in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van langer dan 6 maanden.[2] Bovendien is een proeftijd toegestaan bij een tijdelijk arbeidscontract zonder einddatum, zoals een arbeidscontract voor de duur van een project.
Betreft het een opvolgende arbeidsovereenkomst tussen u en uw werkgever? Dan is een proeftijd vaak niet mogelijk. Een proeftijd mag dan namelijk alleen als die arbeidsovereenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden van u eist dan het vorige arbeidscontract waarbij de werkzaamheden uit het vorige contract onvoldoende inzicht geven.[3] Tevens kan de proeftijd nietig zijn als werknemer een aantal maanden uit dienst is geweest en daarna terugkeert om exact dezelfde werkzaamheden uit te voeren.
Hoe lang mag een proeftijd duren?
De maximale lengte van een proeftijd is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst:
Duur arbeidsovereenkomst | Maximale lengte proeftijd |
6 maanden of korter | Niet[4] |
Langer dan 6 maanden en korter dan 2 jaar | 1 maand[5] |
2 jaar of langer | 2 maanden[6] |
Bij een tijdelijk arbeidscontract zonder einddatum is de maximale lengte van de proeftijd 1 maand.[7]
Hoe spreekt u een proeftijd af?
Een proeftijd mag alleen schriftelijk worden overeengekomen. Dat doet uw werkgever door middel van een zogenoemd proeftijdbeding. Dit staat meestal in een arbeidsovereenkomst, maar het kan echter ook in een personeelsreglement staan. Daarvoor is dat vereist dat in de getekende arbeidsovereenkomst een verwijzing staat naar dit personeelsreglement, bij voorkeur met de mededeling dat het reglement bij het tekenen van de overeenkomst is overhandigd. Het beding kan ook in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) staan. Vaak staat in de arbeidsovereenkomst een verwijzing naar de cao of de cao is algemeen verbindend verklaard.
Wanneer gelden er andere regels?
Rondom de proeftijd kunnen andere regels gelden als dit zo is geregeld in een toepasselijke cao. Zo kan in een cao soms worden afgeweken ten nadele van de werknemer. Bijvoorbeeld door de maximale lengte van een proeftijd te verlengen.
IJzeren proeftijd-doctrine
Ontslag in de proeftijd heeft grote gevolgen voor de werknemer. Door het ontslag raakt hij immers meteen zijn werk en inkomen kwijt. De regels rondom de proeftijd zijn hierom strikt; er wordt ook wel gesproken van een ‘ijzeren proeftijd’. [8] Dit houdt in dat een proeftijd die in strijd met de wet is afgesproken, niet kan worden omgezet in een geldige proeftijd. Dat geldt in het bijzonder als een te lange proeftijd is afgesproken. De proeftijd mag nooit langer zijn dan 2 maanden. In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 2 jaar of korter, mag maximaal een proeftijd van 1 maand worden afgesproken. Soms biedt de CAO de mogelijkheid om dan toch een langere proeftijd af te spreken. [9]
Tijdens de proeftijd mag de werkgever een werknemer uiteraard niet ontslaan wegens ziekte.[10] Als er echter andere redenen zijn, bijvoorbeeld mismatch in het team, dan kan een zieke werknemer wel worden ontslagen tijdens de proeftijd.
[1] Artikel 7:652 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
[2] Artikel 7:652 lid 8 onder f Burgerlijk Wetboek.
[3] Artikel 7:652 lid 8 onder d Burgerlijk Wetboek.
[4] Artikel 7:652 lid 4 Burgerlijk Wetboek.
[5] Artikel 7:652 lid 5 onder a Burgerlijk Wetboek.
[6] Artikel 7:652 lid 3 Burgerlijk Wetboek.
[7] Artikel 7:652 lid 6 Burgerlijk Wetboek.
[8] Gerechtshof Amsterdam 21 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:528.
[9] Artikel 7:652 lid 7 Burgerlijk Wetboek.
[10] Artikel 7:670 lid 1 Burgerlijk Wetboek .