De (pleeg)ouders en bescherming van kinderen

RedactiePersonen-, familie- en erfrecht

Op 1 januari 2015 is de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen voor Pleegzorg in werking getreden. Met deze herziening is er een aantal veranderingen in de kinderbescherming geïntroduceerd. In dit artikel zullen twee grote veranderingen de revue passeren.

De ouders van mijn pleegkind willen het kind weer verzorgen, kan dit zomaar?

Wanneer er sprake is van een vrijwillige plaatsing en het kind langer dan één jaar bij de pleegouders woont dan kunt u dit als pleegouder blokkeren. Dit houdt in dat de biologische ouder aan de pleegouder moet vragen of zij het kind weer mogen verzorgen. Weigert u dit als pleegouder, dan zal de biologische ouder daarvoor om toestemming moeten vragen bij de rechter wanneer hij of zij dit wilt doorzetten. Zolang er geen toestemming is, dan zal het kind niet uit het pleeggezin kunnen worden gehaald.

Wanneer dit daadwerkelijk uitdraait op een juridische procedure, dan wordt u in dit geval automatisch aangemerkt als belanghebbende door de nieuwe wetgeving. Dit houdt in dat u een wettelijk spreekrecht heeft bij een dergelijke procedure.

Wat is de gezagsbeëindigende maatregel?

In de plaats van de ontheffing en de ontzetting is de gezagsbeëindigende maatregel ingevoerd. Deze maatregel kan worden opgelegd in situaties waarin aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan:

  1. Het kind in kwestie moet ernstig worden bedreigd in zijn ontwikkeling
  2. De ouder in kwestie moet het gezag ernstig misbruiken of niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding binnen een voor het kind aanvaardbare termijn op zich te nemen.

Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, dan kan het gezag van de ouders worden beëindigd en worden toegewezen aan een ander.