De klok heeft twaalf uur geslagen, de champagneflessen zijn ontkurkt: het nieuwe jaar is aangebroken. Voor velen is dit het moment om de goede voornemens te verwezenlijken, en dus zijn er voor hen veranderingen op komst. Niet alleen leefstijlen, maar ook wetten en regelingen zullen dit jaar hier en daar aangepast worden. Wat zijn de grootste wijzigingen binnen het Nederlandse recht? Deze vraag zal centraal staan in dit artikel, en zal in grote lijnen beantwoord worden.
Contract voor bepaalde of onbepaalde tijd
Vanaf dit jaar zal de ketenregeling weer in zijn oude vorm hersteld worden. Tot en met 2019 had u als werknemer na twee jaar het recht om een vast contract te ontvangen. In 2020 zal deze duur verlengd worden met een jaar, waardoor de werkgever nu na drie jaar verplicht is om een vast contract aan te bieden. Het maximum aantal contracten binnen deze periode blijft drie in totaal. Sinds de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid zijn werkgevers minder snel geneigd om een vast contract aan een werknemer te geven. Door deze nieuwe regeling probeert de overheid een balans te vinden tussen flexwerk en een vast contract.
Daarnaast zal het systeem van de transitievergoeding gewijzigd worden. Voorheen had u recht op een dergelijke vergoeding na twee jaar dienst wanneer u werd ontslagen of wanneer uw contract niet verlengd werd; vanaf heden heeft u bij aanvang van uw arbeidsovereenkomst recht op deze vergoeding. Daarnaast zal deze ter hoogte zijn van een derde van een bruto maandsalaris.
Arbeidsomvang oproepkracht
Door de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans zullen er veranderingen plaatsvinden voor oproepkrachten. Voortaan hebben oproepkrachten het recht om na twaalf maanden een contract aangeboden te krijgen voor een vast aantal uren. Dit aantal uur wordt berekend aan de hand van het gemiddelde aantal uren dat de oproepkracht gewerkt heeft in de voorgaande twaalf maanden voor de werkgever, hetgeen ook wel bekend staat als de zogenoemde ‘arbeidsomvang’. Hierbij gaat het om alle werkzaamheden die elkaar binnen zes maanden tijd hebben opgevolgd. Wat belangrijk is om op te merken, is dat de oproepkracht niet verplicht is dit aanbod te aanvaarden. Tevens hoeft het niet een contract voor onbepaalde tijd te betreffen. Dit contract moet in de dertiende maand van het dienstverband aangeboden worden.
Minimumloon en kinder/partneralimentatie
Vanaf 1 januari zal het minimumloon stijgen naar € 1653.60,- per maand voor werknemers vanaf 21 jaar met een fulltime contract. De uitkeringen die verbonden zijn aan het minimumloon zullen meestijgen. Dit is ingegeven door de algemene welvaartsgroei.
Daarnaast zullen de percentages van kinder- en partneralimentatie stijgen met tweeëneenhalf procent. Verder zullen de regelingen omtrent de duur van de partneralimentatie gewijzigd worden. Als u een echtscheidingsprocedure na 1 januari 2020 start, dan heeft u recht op deze vergoeding voor de helft van het aantal jaar dat uw huwelijk duurde. Dit kan maximaal oplopen tot vijf jaar. Voorheen was dit maximum op twaalf jaar gesteld, dus de onderhoudsplicht van de partner zal aanzienlijk minder lang duren. De oorzaak hiervoor is dat geconstateerd werd dat degene die de alimentatie ontving over het algemeen binnen twaalf jaar gemakkelijk haar eigen broek kon ophouden. Wanneer u dus bijvoorbeeld zes jaar was getrouwd, dan heeft u recht op 3 jaar partneralimentatie.
Huur en liberalisatiegrens
Dit jaar zal de liberalisatiegrens, hetgeen bepaalt of u een woning in de vrije sector of een sociale woning huurt, stijgen naar € 737.14,-. Wanneer u dus een woning huurt lager dan of gelijk aan dit bedrag, dan heeft u een sociale-huurwoning. Indien de woning boven deze prijs zit, dan betreft het een geliberaliseerde woning.
Daarnaast zal vanaf 1 juli a.s. gelden dat verhuurders de prijs van een sociale huurwoning met max. 5.1% mogen laten stijgen. Wanneer u meer dan €43.754,- verdient, dan mag de huur maximaal met 6.6% omhooggaan. Deze regels zijn niet van toepassing in de vrije sector. Bij deze staat er geen limiet op het aantal procent dat de huur zou mogen stijgen, tenzij anders overeengekomen in de huurovereenkomst. Bij dit laatste kunt u denken aan een indexeringsclausule of een opslagpercentage.