In Nederland is het gebruikelijk dat een verhuurder een waarborgsom vraagt bij het aangaan van een huurovereenkomst. Deze waarborgsom fungeert als zekerheid voor de verhuurder, bijvoorbeeld om eventuele schade, achterstallige huur of andere kosten te dekken indien de huurder zich niet aan de huurovereenkomst houdt. De wet bevat echter geen specifieke regels over de waarborgsom; daarom baseren verhuurders en huurders hun afspraken meestal op algemene en veelgebruikte regels.
Wanneer de huur eindigt na afloop van de afgesproken huurtermijn, heeft de huurder recht op terugbetaling van de borg, mits de woning in goede staat is achtergelaten en er geen openstaande huur is. In de praktijk is het gebruikelijk dat de borg binnen een redelijke termijn van één tot twee maanden na beëindiging van de huur wordt teruggestort. Vanaf twee weken na het einde van uw huurcontract kunt u de borg terugvragen als aan alle voorwaarden is voldaan.
Wat mag mijn verhuurder met de borgsom doen?
De verhuurder mag de waarborgsom uitsluitend gebruiken voor specifieke kosten die voortkomen uit afspraken in de huurovereenkomst. Dit betekent dat de verhuurder de borg kan inhouden voor geconstateerde schade aan de woning of openstaande huurbetalingen. Verder mag de verhuurder geen rente over de borgsom inhouden, tenzij anders afgesproken. Als de verhuurder een aanzienlijk bedrag aan borg ontvangt en dit langere tijd behoudt, kan het redelijk zijn om hierover rente te betalen, maar dit moet dan in de huurovereenkomst worden opgenomen.
De wet stelt geen maximaal bedrag vast voor de waarborgsom, maar de Rechtbank Amsterdam heeft bepaald dat een borgsom van meer dan drie maanden huur als onredelijk kan worden beschouwd. Verhuurders die een hogere borgsom eisen, moeten hiervoor een goede onderbouwing geven.
Wat te doen bij onenigheid over de borg
Bij een geschil over de terugbetaling van de borg kan de huurder eerst een schriftelijk verzoek tot terugbetaling indienen bij de verhuurder. Als de verhuurder de borg niet terugbetaalt, kan de huurder juridische stappen overwegen, zoals een verzoek bij de kantonrechter om te beoordelen of de verhuurder gerechtigd is de borg in te houden. De rechter beslist dan of de borg moet worden terugbetaald en voor welke kosten de verhuurder eventueel gerechtigd is de borg (gedeeltelijk) in te houden.
Ook kan de huurcommissie worden ingeschakeld voor een laagdrempelige en kostenefficiënte procedure. De huurcommissie biedt een toegankelijke manier voor een onafhankelijke beoordeling zonder de volledige juridische weg te hoeven volgen. De uitspraak van de huurcommissie is bindend, tenzij een van de partijen in beroep gaat bij de rechter.