Op het moment dat u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor uw uitkering. Een uitkering kan bijvoorbeeld omlaaggaan of stoppen. Dit komt omdat als u samenwoont met een persoon, dat hij/zij/het kan gaan meebetalen aan de vaste lasten. Echter verschilt het per uitkering wat de gevolgen zijn. In dit artikel staan de bijstandsuitkering en de AOW-uitkering centraal.
Bijstandsuitkering
Als u gaat samenwonen met een andere persoon/uw partner kan de bijstandsuitkering worden verlaagd of zelfs stoppen. Als u gaat samenwonen krijgt u namelijk een gezamenlijke huishouding. Zowel uw inkomen als het inkomen van de andere persoon of uw partner gaat dan ook meetellen. Daarnaast telt ook het vermogen (bijvoorbeeld spaargeld) van de andere persoon of uw partner mee.
Ook als u geen gezamenlijke huishouding heeft, maar u wordt wel aangemerkt als een kostendeler, dan kan uw bijstandsuitkering worden verlaagd. Er geldt dus hoe meer kosten u heeft (en kan delen), hoe lager de uitkering wordt. Dit komt omdat de kosten dan met de andere persoon of uw partner kunnen worden gedeeld.
Meldt wel altijd bij de gemeente dat u gaat samenwonen. Wanneer u dit niet doet, kan de gemeente het aanmerken als uitkeringsfraude. Als dit het geval is, moet u uw uitkering terugbetalen of krijgt u een boete.
AOW-uitkering
Voor de AOW-uitkering geldt dat u als alleenstaande 70% van het minimumloon krijgt. Echter als u gaat samenwonen kan dit percentage worden verlaagd naar 50% van het minimumloon. Wederom is de reden hiervoor dat de kosten kunnen worden gedeeld. Er zijn ook gevallen waarin de AOW-uitkering niet verandert als u gaat samenwonen:
- Als u samenwoont in een huis met uw eigen kind, vader of moeder.
- Als u samenwoont met twee of meer volwassenen en u met deze personen geen gezamenlijke huishouding heeft.
- Als u een huurder heeft wonen in uw huis.
U moet wel altijd melden bij de Sociale Verzekeringsbank dat u gaat samenwonen. Als u dit niet doet, moet u een deel van de uitkering terugbetalen of kunt u een boete krijgen.