Wat is de Huurcommissie?

RedactieHuur- en woonrecht

De huurcommissie is de door de overheid ingestelde onafhankelijke commissie die geschillen tussen huurders en verhuurders van woonruimtes[1] met betrekking tot huurprijzen, servicekosten, onderhoud en renovatie, kosten voor nutsvoorzieningen en de energieprestatievergoeding beslecht. De Huurcommissie bestaat ruim honderd jaar, en is sinds 2010 een landelijk werkend uitvoeringsorgaan.[2] In dit artikel wordt de samenstelling, de werkwijze en de werking van de uitspraken van de Huurcommissie besproken.

Samenstelling

De huurcommissie bestaat uit een bestuur, zittingsvoorzitter en zittingsleden.[3] De zittingsleden en de zittingsvoorzitter zijn onafhankelijk en onpartijdig. Een zittingscommissie wordt gevormd door twee zittingsleden en een zittingsvoorzitter die gesteund worden door een secretaris van de ambtelijke ondersteuning.

Werkwijze

In grote lijnen is de werkwijze van de Huurcommissie als volgt. Een huurder of verhuurder dient een verzoek in bij de Huurcommissie, dit kan zowel schriftelijk als digitaal. Om de procedure op gang te brengen, moet er vooraf de zogenaamde leges betaald worden. Dit is voor de huurder €25,- en voor de verhuurder €300,-. Dit is een voorschot. De partij die gelijk krijgt, ontvangt de door hem betaalde leges terug; de wederpartij moet dus de kosten van de procedure betalen. Als het voorschot betaald is, en het verzoek ontvankelijk is, neemt de administratieve ondersteuning het verzoek in behandeling. Over het verzoek en de vragen die spelen, wordt meestal een onderzoeksrapport opgesteld door een deskundige die werkzaam is bij de administratieve ondersteuning. Het rapport wordt vervolgens naar de partijen gestuurd met een uitnodiging voor een hoorzitting. Tijdens de hoorzitting worden partijen door de zittingscommissie gehoord. Tot slot doet de huurcommissie een uitspraak, die schriftelijk of digitaal aan partijen wordt gestuurd. Op de website van de Huurcommissie staan alle commissie-uitspraken van de afgelopen vijf jaar.

Werking uitspraken

Zoals reeds gezegd, is de Huurcommissie geen rechterlijke instantie maar doet het uitspraken over de huurprijzen. Het is wettelijk vastgesteld dat partijen na de uitspraak van de Huurcommissie acht weken de tijd hebben om de rechter in te schakelen. Doen ze dat niet, dan treed de zogenaamde wettelijke fictie in. Dat houdt in dat wat er in de uitspraak staat, geacht wordt overeengekomen te zijn tussen beide partijen; met andere woorden zijn huurder en verhuurder aan een uitspraak verbonden.[4] Stapt een verhuurder of huurder naar de rechter, dan vervalt de uitspraak van de Huurcommissie; de rechter doet hierna een nieuwe uitspraak.

In het geval een verhuurder of huurder niet meewerkt aan de uitspraak van de Huurcommissie, dan moet de wederpartij wel naar de kantonrechter om nakoming te vorderen. Een uitspraak van de Huurcommissie kan namelijk niet via een deurwaarder worden afgedwongen.

Waarom naar de Huurcommissie?

De Huurcommissie is een laagdrempelige geschilbeslechter; door het invullen van een online formulier en het betalen van het voorschot op de leges kan deze ingeschakeld worden.

[1] Een woonruimte in de zin van artikel 7:233 Burgerlijk Wetboek behelst zelfstandige woningen, kamers, woonwagens en woonwagenstandplaatsen

[2] Wijzigingswet Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (instelling landelijke huurcommissie)

[3] Artikel 3 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte

[4] Artikel 7:262 lid 1 Burgerlijk Wetboek